paardenrassen

.

Andalusiër, sierlijk rij- en tuigpaard met de kenmerken van het paradepaard van de 18de eeuw. Heeft invloed gehad op de vorming van tal van andere rassen. Nog te zien in de Fries, de Lipizzaner en de Knabstrupper (Denemarken).

Anglo-Arabier, kruising van Arabisch met Engels volbloed. Zeer edel en licht rijpaard, vooral in Zuid-Frankrijk gefokt.

Appaloosa, Amerikaans rijpaard met bijzondere haarkleurtekeningen. Wordt in stamboekverband gefokt. Wat men elders ‘Appaloosa’ noemt is lang niet altijd een zuivere (Amerikaanse) Appaloosa, maar eerder wat de Engelsen een ‘spotted horse’ noemen. Men spreekt dan eerder van ‘panters’ of ‘getijgerde paarden’, welke nogal eens voorkomen in Denemarken (Knabstrupper) en Oostenrijk (Pinzgauer of Noriker).

Arabier of Arabisch volbloed, oud ras, volgens bepaalde maatstaven eeuwenlang gefokt in het Nabije Oosten en later elders in particuliere of staatsstoeterijen. Men onderscheidt enkele hoofdstammen, zoals de Kehylan, de Seglawi en de Muniqi. Men heeft in tal van paardenrassen van Arabisch bloed gebruik gemaakt voor veredeling. In diverse rassen is de Arabische invloed duidelijk te zien (vooral aan het hoofd). Ook in sommige ponyrassen, zoals de Welshpony.

Engels volbloed of volbloed, wordt vnl. gefokt voor de rennen en ook gebruikt als rij- en sportpaard. Veel Engels volbloed vindt men terug in de zgn. halfbloedrassen (bijv. in de Trakehner). Tegenwoordig wordt zowel in Nederland als in België van de volbloed gebruik gemaakt om rijpaarden te fokken uit aanwezig halfbloedmateriaal. Het Engelse volbloedras is in hoge mate fokzuiver. Het ras heeft zijn ontstaan te danken aan een gelukkige bloedmenging van een Engels inlands paardenras met oosters bloed.

Hackney, ook luxe-tuigpaard genoemd, Engels ras dat vooral voorkomt in ponymaat. De Hackney is veel lichter van bouw dan het tuigpaard, met veel variatie in stokmaat. In draf heeft de Hackney nog meer buiging en knieactie dan het tuigppaard. De grotere Hackney wordt ook wel gebruikt bij de veredeling van het tuigpaard.

Hannoveraan, halfbloedras, wordt door gebruik van Engels volbloed en Oostpruisisch bloed steeds edeler en verkrijgt steeds meer het zadeltype.

Lipizzaner, bekend door het gebruik onder het zadel in de Spaanse Rijschool te Wenen. Wordt echter ook als tuigpaard gebruikt. Oud ras uit de 16de eeuw met Spaans en Italiaans bloed. Wordt tegenwoordig zuiver gefokt, vooral in Oostenrijk, Kroatië en Hongarije. De Lipizzaner heeft geen rij-, doch veeleer een tuigpaardtype. Het is dan ook een zgn. barokpaard, evenals de Andalusiër en de Fries.

Oldenburger, oorspronkelijk net als de Groninger een zwaar warmbloedpaard.

Selle Francais, het belangrijkste Franse warmbloedpaard, vroeger de Anglo-Normand genoemd. Het is een groot en diep paard, als rijpaard gebruikt en vooral gefokt op springcapaciteit.

Holsteiner, staat dicht bij de Hannoveraan. Vaak zijn de Holsteiners iets groter. Ze hebben goede springcapaciteiten. In draf zie je bij de Holsteiner meestal wat meer knieactie dan bij de Hannoveraan.

Groninger, een zwaar warmbloedpaard met een zware hals, een vrij recht kruis, een diepe romp en zwaar beenwerk. Het ras is grotendeels verdwenen door kruising met lichtere warmbloeds en de Engels Volbloed.

Gelder, lichter dan de Groninger, maar toch nog betrekkelijk zwaar. De hals is wat fijner en langer en het kruis iets hellend. Het beenwerk is betrekkelijk zwaar en in draf vertoond de Gelder enige knieactie. Net als van de Groninger resteert van de Gelder slechts een kleine populatie.

Hunter, bij de indeling van paarden in Engeland wordt het gebruikstype gehanteerd. Een Hunter is ontstaan uit een paring van een Engels Volbloed-hengst met een merrie van een ander ras, vaak een koudbloed.

Fries, een typisch Nederlands ras. Karaktereristieke kenmerken van de Fries zijn: de zwarte kleur, de opgerichte, hoog aangezette hals, het sterk hellende kruis en de royale beharing aan de benen. De beharing aan de benen wordt ‘behang’ genoemd. Ook het haar van maantop, manen en staart is sterk ontwikkeld. In draf vertoont de Fries veel knieactie.

Percheron, uit Frankrijk afkomstig. De Percherons zijn echter minder zwaar. Zij zijn de enige koudbloed met wat Arabisch Volbloed invloed. In dit ras komen vooral schimmels voor en ook zwarten.

Ardenner paard, klein Frans trekpaard, vroeger ook in de Belgische Ardennen gefokt.

Masur, Poolse naam van het veelzijdig warmbloedpaard van Oostpruisische oorsprong, thans gefokt in Polen. Opgebouwd met veel Engels volbloed. Thans in Duitsland verder gefokt in stamboekverband. Prachtige rijpaarden, waarmee ook in Nederland gekruist wordt. Een bekende bloedlijn is de Trakehner.

Shire, zwaarste paardenras ter wereld. Engels trekpaard. De fokkerij krimpt steeds meer in. De Shire werd voor brouwerswagens gebruikt.

Trakehner, het Duitse warmbloed paard dat het dichtst bij de Engels Volbloed staat. De Trakehner heeft meestal een wat vlakke rijpaardgang.

Top

Home